SPO Utrecht vraagt, samen met andere besturen en PO-Raad, aandacht van de politiek voor behoud van het onderwijsachterstandenbeleid (OAB). De voorstellen van minister Slob betekenen een forse achteruitgang voor kansarme kinderen in Utrecht.
Op 15 maart om 11.30 uur in de Klompezaal van de Tweede Kamer, komt in een algemeen overleg het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid aan de orde. Vragen van Kamerleden worden dan besproken. Het op 14 februari geplande debat in de Tweede Kamer is uitgesteld, omdat Kamerleden eerst meer willen weten over mogelijke alternatieven voor het voorstel van onderwijsminister Arie Slob.
Het lijkt er op dat de stad Utrecht vanaf 2019 fors gaat inleveren op gemeentelijke OAB-middelen én op de lumpsum. ,,We hopen dat de Kamer, die inmiddels veel vragen over de plannen gesteld heeft, goed nadenkt over het te nemen besluit,’’ aldus Thea Meijer, voorzitter van het college van bestuur van SPO Utrecht.
Het totaal beschikbare budget voor het bestrijden van onderwijsachterstanden hangt op dit moment af van het opleidingsniveau van ouders. Hoe lager het niveau, hoe hoger het budget. Omdat het opleidingsniveau in Nederland al jaren stijgt, daalt dus het budget, terwijl de feitelijke achterstanden in het onderwijs niet afnemen. Sinds 2011 is hiervoor landelijk al 140 miljoen euro minder beschikbaar.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek ontwikkelde vorig jaar een nieuwe indicator om achterstanden beter te voorspellen. Deze indicator houdt bijvoorbeeld ook rekening met de afkomst van de ouders en kijkt ook of zij in schuldhulpverlening zitten.
Dat is een verbetering, maar deze indicator zomaar invoeren, betekent automatisch dat het totale budget over veel meer leerlingen moet worden verdeeld. Minister Arie Slob (Onderwijs) schetste zijn Kamerbrief vijf scenario’s om het budget te verdelen en laat de keuze over aan de Tweede Kamer. Thea Meijer vindt dat onbegrijpelijk: ,,Hoe leg je uit, dat je het geld dat je terecht wilt toekennen aan kinderen in andere delen van het land, weghaalt uit scholen met veel kansarme kinderen.’’
De Kamer wil eerst weten welke andere alternatieven er nog zijn, voordat ze een keuze maakt. Daarom verzocht VVD-Kamerlid Rudmer Heerema het debat van 14 februari uit te stellen. Hij kreeg bijval van PvdA, ChristenUnie, GroenLinks, SP, Denk, CDA, PVV en D66. Naast een debat wordt ook een feitelijke vragenronde gepland: die is op 15 maart aanstaande.
(bronnen: poraad.nl en tweedekamer.nl)