Samen leren groeien: opbrengsten van het Innovatiefonds

Een subsidie om samenwerking te bevorderen: het Innovatiefonds van SPO Utrecht kwam op het goede moment voor obs Het Zand, obs De Klimroos en obs Cartesius. Samen ontwikkelden ze vanuit dit fonds het PVS-programma, een programma gericht op professionalisering, vitalisering en specialisering. Onlangs was er een gezamenlijk teamuitje, waarbij ontmoeting en kennismaking tussen de verschillende teams centraal stond. Roel Stassen, Vitaliteits- & Professionaliteitsdeskundige en schoolopleider van De Klimroos, vertelt over de eerste opbrengsten van het programma.

De directies (Joeri Baartscheer -De Klimroos & Cartesius en Joyce Brand - Het Zand) zochten elkaar al regelmatig op. De scholen voerden al gesprekken over een nauwere samenwerking. En toen kwam de subsidie voorbij. Roel: ‘We doen op De Klimroos zoveel mooie dingen. Maar we doen het wel alleen, met een klein team. Daarbij wisten we: er zijn ongetwijfeld andere scholen die ook met vergelijkbare ontwikkelingen bezig zijn. Hoe mooi zou het zijn als we krachten kunnen bundelen? De lijnen waren er al. Met het Innovatiefonds konden we een mooie stap zetten.’

En zo werd het PVS-programma opgericht. Het doel van het programma is om een werkomgeving te creëren die bijdraagt aan de vitaliteit en professionaliteit van medewerkers. In samenwerking dus met verschillende scholen. Het programma sluit naadloos aan bij de bouwstenen uit het koersplan van SPO Utrecht, zoals het versterken van breed vakmanschap, goed werkgeverschap bevorderen, creatief organiseren en een sterke samenwerking. 

De eerste stap was het in kaart brengen van de behoeften en wensen binnen de scholen. Door middel van een enquête onder medewerkers, verschillende gesprekken tijdens teambrede sessies en gesprekken met de directies is samen bepaald welke thema’s centraal staan in de samenwerking:

1. Gezamenlijke professionalisering – Hoe kunnen we van én met elkaar leren? 
2. Faciliteren van onderlinge verbinding – Hoe zorgen we voor een hechtere samenwerking tussen de teams?
3. Verbrede inzet van expertise – Hoe benutten we elkaars talenten optimaal?
4. Efficiëntie door gedeelde middelen en beleid – Hoe werken we slimmer samen?

Daarna stelden de directies kernwaarden vast die de samenwerking typeren. Roel: ‘Vanuit die kernwaarden is een gezamenlijke visie geformuleerd, namelijk: "De scholen werken op open, professionele en cyclische wijze samen ter bevordering van de kwaliteit van de organisaties.” Hieruit zijn concrete doelen opgesteld in een meerjarenplan.’

De eerste successen zijn inmiddels zichtbaar. De schoolopleiders van de scholen werken nu intensief samen; ze delen beleid en pakken de begeleiding van leerkrachten waar nodig gezamenlijk op. Daarnaast wisselen de directies beleidsdocumenten uit en komen ze structureel samen om gezamenlijke directietaken op te pakken. Roel: ‘Ook is er sinds kort een leerkracht die op twee scholen werkt. Goed voor zijn professionele ontwikkeling, heel fijn voor de formaties van de scholen.’ Volgend schooljaar wordt gestart met een professionele leergemeenschap (plg) voor de onderbouw van De Klimroos en Cartesius. Het Zand zal hierbij op termijn mogelijk aansluiten. Ook worden de mogelijkheden verkend voor een gezamenlijke HB groep. De Klimroos start in dat kader na de zomer al met een plusgroep. Roel: ‘Zo werken de gezamenlijke gesprekken dus nieuwe ontwikkelingen in de hand.’ 

De eerste stappen zijn dus gezet, maar dit is pas het begin. Roel: ‘Met de input van de teams en directies wordt blijvend gewerkt aan een sterke samenwerking waarin we kennis, expertise en middelen optimaal benutten, maar waar we uiteraard ook gewoon drie eigen scholen blijven. Daarbij zorgen we altijd voor connectie met de bouwstenen uit het koersplan.’ 

Op de planning staan gezamenlijke studiedagen, het nog meer cyclisch samenwerken van de directies en de samenwerking tussen specialisten van de verschillende scholen. Roel: ‘Uiteindelijk hopen we bijvoorbeeld ook meer loopbaanmogelijkheden te creëren. Want als kleine school kun je niet alle specialisaties in huis hebben. Maar door samen te werken kun je als groep scholen wél die rekenspecialist inzetten. Zo krijgen functies ook meer waarde.’